Het is van belang u goed te informeren over het fenomeen trek van een rookkanaal voordat u een Isoduct rookkanaal bestelt. De trek bepaalt namelijk in grote mate de werking van het rookkanaal en heeft ook invloed op de keuze van de juiste diameter. Bij te weinig trek heeft u grote kans dat niet alle rook en rookgassen die bij verbranding vrijkomen worden afgevoerd met alle gevolgen van dien. De oplossing voor het verbeteren van trek is het verkleinen van de stookopening en het vergroten van de diameter. De verhouding tussen deze twee is hetgeen wat u goed in de gaten moet houden.
Hoe bepaalt u de trek van uw rookkanaal?
De trek van een rookkanaal wordt o.a. bepaald door:
- De lengte van het rookkanaal
- Het aantal bochten en hun versleping
- De werking van de kachel of schouw
- De diameter van het rookkanaal
- De grootte van de kachel of haard en de stookopening hiervan
- Omgevingsfactoren
Hoe verbetert u de trek van uw Isoduct rookkanaal?
Al deze factoren tezamen bepalen de trek en het is lastig om hier een gouden regel voor te geven. Maar hier volgen enkele aanknopingspunten:
- Maak uw rookkanaal zo lang mogelijk en ten minste langer dan 3 meter
- Gebruik vooral 'flauwe' bochten
- Zorg voor zo min mogelijk bochten en plaats bochten altijd zo veel mogelijk onderin
- Bij een openhaard altijd kiezen voor Isoduct Ø200 of Ø250
- Bij een stookopening van of groter dan 60x 60 cm kiezen voor Ø200
- Bij een stookopening van of groter dan 80x 80 cm kiezen voor Ø250
- Als u toch Isoduct Ø150 wil toepassen bij een grotere stookopening verklein deze dan met een plaat vuurvast glas.